TPP, TTIP, ITA, EGA en TISA. Het zijn de handelsverdragen die Amerika rond willen hebben nog vóór Obama het Oval Office ontruimt. Werkt Europa mee?

Dick Froman heeft heel wat op zijn bord. Froman, binnen het Witte Huis verantwoordelijk voor buitenlandse handel, is vastbesloten een hele rits handelsverdragen voor elkaar te boksen voordat zijn baas Barack Obama het Witte Huis verlaat, schrijft Politico. De tijd dringt: Obama heeft nog 18 maanden van zijn ambtstermijn te gaan.

Onderdeel daarvan zijn het Trans-Pacifische Partnerschap en het TTIP-verdrag met de Europese Unie. Verder gaat het om de Informatietechnologie-overeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie (ITA, gaat over 97 procent van de wereldhandel in ICT), de Milieugoederenovereenkomst (EGA, goed voor 86 procent van de wereldhandel in groene goederen) en de Overeenkomst over Handel in Internationale Dienstverlening (TISA, waar 24 partijen zijn aangesloten en die betrekking heeft op driekwart van het binnenlands product van de VS en twee derde van de wereldwijde dienstensector, zoals het bank- en communicatiewezen).

Tegenstand van eigen partij

Froman wil om te beginnen deze zomer de trans-Pacifische overeenkomst afhandelen. Even leek het erop of Froman niets te doen zou hebben, omdat het Amerikaanse parlement Obama geen toestemming leek te willen geven om snel zaken te doen. Het laatste ambtsjaar van een zittende president wordt toch doorgaans als verloren tijd beschouwd op beleidsgebied.

Froman moest tegen de stroom oproeien: veel leden van Obama’s eigen partij, de Democraten, zaten niet te wachten op nieuwe handelsverdragen. Daarom moet Froman niet alleen veel onderhandelen met buitenlandse regeringen, maar ook met Amerikaanse parlementsleden.

Van hen heeft Froman kritiek te verwerken: ondanks talloze bijeenkomsten heeft hij ideeën van Congresleden om het TTP te verbeteren niet voldoende verwerkt, zo klinkt het. "Het was extreem teleurstellend dat overlegrondes vooral juichsessies waren, zou ik zeggen", zegt Democratisch afgevaardigde Lloyd Doggett uit Texas. "Misschien luisterde hij wel naar wat wij te zeggen hadden, maar hij reageerde nooit."

Republikeinen beschuldigen de verdragen ervan vooral tegemoet te komen aan Democratische beleidsdoelen, in plaats van meer traditionele vrijhandelsidealen, zoals de afschaffing van invoerrechten en bescherming van intellectueel eigendom. Maar volgens Froman is dat niet terecht. Democratische prioriteiten als goede arbeidsvoorwaarden en milieueisen kunnen volgens hem wel degelijk helpen bij een eerlijkere concurrentie.

Feta en flatscreens

Ook in het buitenland moet Froman hindernissen overwinnen. In Europa is veel weerstand tegen het TTIP, vooral vanwege bezorgdheid over het Amerikaanse spionageprogramma. Belangrijke pijnpunten zijn het gebruik van beschermde benamingen voor voedsel (mag een Amerikaanse kaasmakerij z'n brokkelkaas feta noemen?) en het beschermen van gegevensverkeer.

Er kunnen nog heel wat addertjes onder het gras verborgen liggen. Neem het ITA-verdrag, dat uit 1996 stamt. Vorig jaar leken de aangesloten landen het eens te zijn over de uitbreiding van het verdrag met moderne goederen. Toch ging China op het laatste moment dwarsliggen, toen Zuid-Korea de afschaffing van invoerrechten op flatscreen-tv's eiste.

De VS verwacht van een aantal landen dat ze hun markten en diensten open gooien voor Amerikaanse producten, maar die hebben daar niet allemaal zin in.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl